Sandoy is een relatief vlak eiland en daardoor uitermate geschikt voor fiets- en wandeltochten. Vanuit Skopun, waar de ferry arriveert aan de noordzijde van het eiland, begint direct een wandelpad westwaarts richting Høvdarhagi om vervolgens zuidwaarts richting de baai van Søltuvík af te buigen. Je begint echter wel bij de grote blauwe brievenbus, die je niet kunt missen! Het landschap in de omgeving van Søltuvík is niet wat je inmiddels gewend bent van de Færøer. En zo idyllisch als het eruit ziet is het niet bepaald aangezien de verraderlijke kustlijn berucht is vanwege de vele tragische schipbreuken die hier plaatsgevonden hebben. Een smalle eenbaansweg brengt je naar de steile kliffen ten westen van het meer Gróthúsvatn. Vanuit Skopun is het ook mogelijk om te wandelen naar de vallei Slavansalur. Tijdens de wandeling heb je prachtig zicht op de ’twin lakes’ Nordara en Heimara Hálsavatn. Het pad brengt je verder door een vallei gelegen naast één van de grootste meren, Sandsvatn.
Sandur is een toepasselijke naam voor het weelderige en groene dorp gelegen nabij een breed zandstrand en de enige zandduinen in de Færøer. Het hele eiland dankt zijn naam aan dit dorp. Het toeristeninformatiekantoor ligt midden in het dorp. Hier kan je informatie over het eiland verkrijgen en rondleidingen regelen. In een cluster van prachtige oude huizen in het hart van het dorp vind je het volksmuseum.
Aan het begin van de vallei leidt een zijweg naar het dorp Skarvanes. Via deze smalle weg kom je dichtbij twee meren, Stóravatn en Lítlavatn en vanaf het dorp heb je een prachtig uitzicht op Skúvoy en de twee Dímun eilanden, Stóra Dímun en Lítla Dímun. Na deze omweg reis je terug naar de hoofdweg en volg je deze tot de volgende kruising, waar je kunt kiezen tussen de weg naar Skálavík of Húsavík. Tussen deze twee dorpen ligt de kaap van Skálhøvdi.
In Húsavík vind je de middeleeuwse ruïnes van de boerderij die toebehoorde aan de rijke en machtige ‘Dame van Húsavík’. Ze was de Noor Guðrun Sjúrðardóttir, die ook bezittingen had in Shetland. Neem zeker een moment om te genieten van de zeemeerminnen en andere figuren op de steigers gemaakt door de kunstenaar Tróndur Patursson. Vanuit Húsavík leidt de weg naar Dalur, het meest zuidelijk gelegen dorp van het eiland. De smalle weg lijkt haast te knuffelen met de bergwanden die in een rechte lijn, direct de zee in lijken te vallen.
Gebogen rond een torenhoge landtong, daalt de weg steil langs de zijkant van de berg het dorp in, beschut gelegen midden in een komvormige vallei. Voorafgaand aan Dalur is een kronkelend pad in de bergen met mooie vergezichten op de zuidelijke eilanden. Het meest aantrekkelijk zijn de twee “diamanten”, Stóra Dímun en Lítla Dímun; steile eilanden die bijna ontoegankelijk zijn. Als het weer het toelaat, biedt het toeristeninformatiekantoor van Sandoy excursies naar Stóra Dímun. Dit is een onvergetelijk avontuur, als je het geluk hebt dat je kunt gaan!